Vervolg deel 1, in Parel no 8, okt 1987 (redactie: deel 1 kunt u ook vinden in het archief)
In de vorige Parel kwam tot slot het stekken ter sprake. In dit vervolg wordt genuanceerd op allerlei mogelijkheden en problemen ingegaan, terwijl daarnaast de meest in de· handel voorkomende hybriden zullen worden genoemd. Tenslotte iets meer over de grote paarse Bougainvillea als kuipplant. Eerst nog iets over het stekken: De hoofdperiode valt in maart en april. De kale ranken lopen dan weer uit. Ook is de periode augustus-oktober genoemd. Deze laatste periode kan bij afnemende lichtintensiteit problemen geven bij het goed doorgroeien en afrijpen van de stek. In de winter kan zo’n zwak exemplaar afsterven. De oplossing is dan een plantenlamp waardoor de stek gewoon doorgroeit. Een hele bijzondere maar wel dure kweektechniek is de volgende: Haal de kale planten in januari uit hun winterrust. Ikzelf plaats enkele tientallen planten onder een hogedruknatriumlamp (elders in dit nummer beschreven). Zodra de knoppen goed uitlopen worden de stekken gemaakt (begin februari in turfpotjes) Beworteling duurt ongeveer 5 weken en vindt plaats in een kweekbak met bodemverwanning, kunstlicht is niet nodig. Vanaf medio maart neemt de zon deze taak over, en het resultaat is dat rond juni een compact, perfect gevormd plantje ontstaat van slechts 35 cm. hoog dat zeer rijk bloeit. De “gewone” stekken uit de periode maart-april geven dikwijls ranken van een meter of meer (reden voor de beroepskweker om ze langs een hoepeltje te leiden). Wil men toch een aardig vertakt plantje, nijp de groeipunten er dan uit, in een vroeg stadium, (april, begin mei). Na een tijdelijke stilstand zal de rank zich vertakken. Overigens zal de stek het jaar daarop pas het mooiste bloeien.
Een ander probleem is het snoeien. Doet men niets aan de plant dan zal deze na enkele jaren sterk verhouten en steeds moeilijker uitlopen en minder bloeien. Ikzelf snoei elk jaar in februari bij het verpotten de ranken terug tot enkele knoppen,( soms moeilijk te zien aan de kale ranken, terugsnoeien tot op 10 cm. is veilig).
De plant loopt langzaam weer uit. Ontstaan er te weinig ranken dan kan het nijpen van de groeipunten de vertakking bevorderen. Toch heeft een kale sterk verhoute plant met hier en daar wat bloemen iets archaïsch, maar bij ons Hollanders die frisse planten met veel groen gewend zijn valt zo’n plant niet altijd in de smaak.
Een geheel ander probleem is de bloem- en bladval in de huiskamer. De beroepskweker dompelt vlak voor de aflevering de planten in een oplossing van Rhizopon-B zodat de overgang kas- huiskamer goed verdragen wordt. Overigens, een geacclimatiseerde plant zal met een zeer goede ventilatie geen probleem meer geven. Het geheim is: frisse lucht. Alleen dan kan de Bougainvillea hoge temperaturen verdragen. Anders is het beter de bloeiende plant tijdelijk wat koeler te plaatsen. Het is echter gewoon buiten, op een tegen regen en wind beschutte plaats in de volle zon, pal op het zuiden liefst tegen een muur of schutting of balcon het beste.
Na de eerste bloei zal in de nazomer een tweede kunnen volgen. Indien de zomer teleurstelt is het beter de plant weer achter glas te plaatsen om die tweede bloei te bevorderen. Achter glas is er dus gevaar voor bloem en soms bladval door te grote hitte in combinatie met gebrek aan frisse lucht. Ook kan dan spint optreden. Remedie: de plant af en toe besproeien en frisse lucht.
Over luisbestrijding , zie het vorige artikel.
De belangrijkste hybriden die te koop zijn:
Bougainvillea glabra Alexandra : paars, (struikvorm)
,, ,, Sanderiana : licht paars, (struikvorm)
,, ,, x peruviana Mrs.Butt, helder rood, (in dehandel om hoepel)
,, spectabilis Amethist steenrood, wordt buiten prachtig fluweelachtig, donkerrood, (in de handel om hoepel).
,, ,, Amethist Granada, rood-rose
,, ,, Dania : kleinbloemig rood, (in de handel om hoepel)
,, ,, Golden Glow: geel (in de handel om hoepel)
,, ,, Jamaica Whithe syn. Snow White: wit, (in de handel om hoepel).
Alle hoepelsoorten kan men door terugsnoeien in februari en daarna door eventueel te nijpen tot vertakken dwingen. Geef de jonge ranken wel steun of bindt ze op. De in struikvorm aangeboden Alexandra en Sanderiana zijn dwergvormen die vooral in het najaar en in de winter aangeboden worden. Bij mij komen ze in de jaren daarna minder mooi in bloei.
Ten slotte nog wat gegevens over de kuipplant Bougainvillea glabra, bekend van de landen rond de middellandse zee. Voor deze dankbare plant is nodig: een koele vorstvrije ruimte in de winter (licht is dan minder belangrijk). Vervolgens een zeer zonnige ruimte gedurende het voorjaar. (Kas, serre, zeer zonnig venster). En tenslotte een warme beschutte plek buiten pal op het zuiden. Een iets overdekt balkon is ideaal.
We gaan even uit van de stek. Sommige stekken vormen in het eerste jaar al 2 of 3 ranken van 1 , 5 meter of meer! De eerste bescheiden bloei begint in juni en duurt tot augustus. Vanaf september volgt een tweede bloei tot diep in het najaar. Zodra de bloemknoppen kleuren kan de plant naar buiten. Wacht wel het goede weer af. De bloei zet altijd goed door ook al valt naderhand het weer toch wat tegen. Na die eerste bloei zijn er twee mogelijkheden. 1) U laat de plant buiten met de kans dat de tweede bloei tegenvalt als gevolg van slecht weer.
2) U haalt de plant tijdelijk binnen en achter glas begint de tweede bloeiperiode spoedig. Deze tweede bloei is rijker. Wanneer de plant nu weer naar buiten gaat bloeit deze door tot de eerste nachtvorst, (In 1986 tot Kerstmis!).
Overigens, als de zomer normaal is en de standplaats gunstig dan zal de plant van half juni tot de eerste nachtvorst buiten kunnen blijven en prima bloeien.
Terug naar de stek. Deze moet goed gesteund of geleid worden. Niet snoeien in het eerste jaar. In de winter koel en vorstvrij plaatsen (ongeveer 3 tot 14 graden C. ). Hoe donkerder en hoe koeler, des te eerder de plant het blad laat vallen. In februari verpotten. Er kunnen nog al wat haarwortels verloren gaan. Zelfs bij ernstige mishandeling van het wortelgestel zal de plant, weliswaar vertraagd, weer uitgroeien.
Gewone potgrond uit de handel is goed genoeg (eventueel wat klei en beendermeel). Ieder jaar verpotten tot na 5 a 6 jaar de eindpot van 30 à 35 cm is bereikt. Na het verpotten zeer zonnig en warm achter glas plaatsen. Weinig tot matig water geven. Ook in de winter de kluit niet helemaal laten uitdrogen. De plant loopt zeer langzaam uit. Daarna geleidelijk meer water.
De grootte van uw kuipplant kunt u zelf in februari bepalen. Topt u de hoofdranken iets (overigens sterft vanzelf de top in de winter iets in) dan kan de plant wel 2 meter of meer worden en zal zich redelijk vertakken. Bij snoei tot ongeveer 65 cm. zal de plant zich sterk vertakken en ontstaan er horizontaal hangende takken die rijk bloeien. U kijkt als het ware op de bloeiende plant. Door het exemplaar niet te snoeien of hooguit te toppen zal, zoals beschreven, een hoge struik ontstaan. Deze vorm heeft als voordeel dat een plaats tegen muur of schutting extra warmte en beschutting geeft.
Als u de pot ingraaft ervoor zorgen dat een stukje plastic in de kuil komt onder de pot en wel zodanig dat de afwatering normaal door kan gaan. De potrand boven de aarde uit laten komen.
Over “mishandeling” gesproken. Een oud, sterk verhout exemplaar heb ik eens tot 15 cm teruggesnoeid. Het gevolg was dat dank zij het krachtige wortelgestel binnen twee jaar een geheel nieuwe frisse Bougainvillea ontstond. Bij een verhout exemplaar (na 5 a 8 jaar) stagneert soms het uitlopen van nieuwe ranken. Een geleidelijke snoei verdeeld over 2 of 3 jaar prikkelt de plant om nieuwe uitlopers te maken. Zo kan de plant, ook in de kuip, zeer oud worden.
Achter glas heeft de bougainvillea dezelfde nukkigheden als zijn kleinere broertjes. Hoewel de plant sterker is dan de meeste hybriden is hier ook weer frisse lucht het geheim. Dus als de temperatuur oploopt: raam open! Sproeien voorkomt spint.
In Nederland is het moeilijk aan de bougainvillea glabra te komen. Ze zijn niet in de handel. Ieder jaar maak ik een aantal stekken die ‘s zomers leverbaar zijn tegen vergoeding. Door de grote vraag vanuit mijn directe omgeving is het aanbod vooralsnog beperkt. Vooral de Amethist heb ik voorradig.
redactie: De laatste alinea is na bijna 30 jaar natuurlijk niet meer geldig!!
H.v.Barneveld.
Parel, nr. 9, maart 1988