Oorspronkelijk komt Fatsia japonica zoals de naam al aangeeft uit Japan. Ook komt de plant voor in Zuid-Korea, in Taiwan en op de Riukiu-eilandengroep. In deze landen kan hij uitgroeien tot een grote struik met een maximale hoogte van zo’n 5 meter. In Japan worden de planten aan de noordkant van de huizen geplant, men gelooft dat de plant zo de boze geesten verjaagt. De Fatsia is een plant die tegenwoordig weer in de mode is. Vooral in Engelse tuinprogramma’s duikt de plant regelmatig op voor een “tropical look in the garden”. Maar ook in Nederland word hij vaker in tuinen aangeplant dan een aatal jaren geleden. Meer aandacht verdient de plant zeker naar mijn mening. Het is een mooie altijd groene plant met grote handvormige bladeren, bovendien bloeit hij pas als er in de tuin niet veel meer te beleven is.
12 jaar geleden kocht ik twee exemplaren van Fatsia japonica om neer te zetten op een terras met alleen ochtendzon. Toen we op die plek een serre gingen bouwen ruim zeven jaar geleden, konden de planten daar niet meer staan, bovendien had ik ook geen plaats meer waar ze in de winter konden doorbrengen. In de kuipplanten encyclopedie geschreven door Nico Vermeulen staat. “Probeer een oude lelijk geworden plant eens in de tuin uit. Graaf haar in en kijk hoeveel winters ze daar overleefd”. Ook las ik in het boek Kuiplanten geschreven door Wim Oudshoorn dat oude exemplaren de elfsteden winters van 1985 en 1986 buiten hadden overleefd. Ik heb toen besloten ze in de tuin te planten op een plaats in de halfschaduw. Weggooien kon altijd nog. De planten sloegen goed aan en groeien nog steeds voorspoedig.
De grootste plant is nu ruim twee meter hoog. Ook hebben ze alle winters tot nu toe met glans doorstaan. De planten reageren op kou. Zodra het vriest laten zij hun bladeren omlaag hangen. Hoe harder het vriest hoe verder de bladeren omlaag hangen, soms bijna tegen de stam aan. Als ik in de winter s’morgens beneden kom en wil weten of het vriest, hoef ik niet naar buiten te lopen om op de thermometer te kijken. Ik kijk naar de bladeren van de Fatsia’s.
Elk najaar ongeveer eind oktober bloeien ze, daarna gedurende de winter hangen er groene bessen aan de planten. Deze bessen rijpen in het voorjaar en worden dan zwart, in het begin van de zomer vallen de rijpe bessen af. Je kunt aan de bloei en bessen zien dat Fatsia familie is van de Hedra (de klimop). Ze behoren beiden tot de familie Araliaceae. Ik heb de zaden nooit bewaard voor de zadenlijst omdat de zaden maar kort hun kiemkracht behouden.De onderste oude bladeren verliezen de planten aan het einde van de lente net voor de bessen rijp zijn. Van ziektes hebben mijn planten nooit last gehad, en dat is altijd mooi meegenomen. Het bemesten van de planten doe ik in het voorjaar, door er een klein handje Osmocotekorrels bij te gooien. Je kunt de planten makkelijk snoeien als ze te groot worden, of een stam afzagen als er kale stukken stam zichtbaar zijn en je dit lelijk vind. De planten lopen weer gemakkelijk uit. Mocht u een exemplaar willen aanschaffen, zoekt u dan bij de afdeling kamerplanten in uw tuincentrum. Fatsia’s worden bijna altijd als kamerplant aangeboden.
Marijke Oppe De Parel, augustus 2005