Dicksonia en Cyathea
Naam: Dicksonia en Cyathea Nederl. naam: boomvaren Engelse naam: Treefern Familie: Dicksoniaceae en resp. Cyatheaceae Herkomst: Dicksonia’s: Australië, Tasmanië, Nieuw-Zeeland Cyathea : Het verspreidingsgebied loopt van Australië, Tasmanië en Nw. Zeeland naar Maleisië en West Indië. Er komen ook (wat minder bekende) boomvarens voor in Midden – en Zuid-Amerika en op Hawaii. |
Varens
Ik had eigenlijk nooit wat met varens, zag wel regelmatig een varenkweker op beurzen en zo maar de vonk sloeg niet over. Ik heb wel bekervarens in de tuin gehad maar die woekerden zo dat ze naar de groene container zijn verhuisd en ook met adelaarsvarens moet je uitkijken. Die kuieren de hele tuin door !! Koningsvarens worden zo enorm hoog en de eikvaren is zo’n kleintje daarvoor moet je haast op de knieën om haar goed te zien. Overigens komen al deze varens nog bij ons in Drenthe in de natuur voor en zijn dus geen kuipplanten, maar daar kom ik zo over te spreken..
Op zekere dag zag ik bij een hovenier een hele hoek tongvarens met als onderbeplanting stekelnoot. Ik vond het een schitterend gezicht met dat mooie frisgroene glimmende blad van wel 60 cm lang strak uitstekend boven de bodembedekkers. Dat was toch wel héél fraai en dat met varens!! Ik had nog wel een wat donkere hoek in de tuin en droog is het bij ons niet. Maar het kwam er niet gelijk van, men heeft ook nog andere dingen aan het hoofd. Toevallig kwam ik daarna in contact met iemand die vakantie ging vieren in Nieuw Zeeland en die merkte blijkbaar aan mij dat ik van apart plantmateriaal houdt. Want een paar maanden later kwam hij bij me aan de deur met de vraag of ik belangstelling had in enkele jonge boomvarens. Hij had ze als zaaisel meegenomen uit dat verre vakantieland en ze kwamen goed aan de praat zei hij. Hij zou er een paar komen brengen. Een dag of wat daarna stonden ze bij mij in de kas. Het waren nog héle kleintjes, nog maar nauwelijks 5 cm hoog, maar het groeien komt vanzelf en ik was er best wel blij mee. Ik had ze verschillende keren te koop gezien met hoge stammen en bijbehorende prijzen maar dat zei me toen niets.
Het verhaal van die jonge boomvarens is nu zo’n 5 jaar geleden, het jonkie van die Nw. Zeelandganger (‘k heb er eentje over, de rest heb ik aan liefhebbers uitgedeeld) maakt al blad van ruim 1 meter lengte! en als je héél goed kijkt vormt ze al een stam. Ze groeit dus geweldig snel en af en toe een beetje voedsel (20-20-20 of koemestkorrels) doet wonderen heb ik gemerkt. Ze staat in een mooie pot in de tuin tussen de andere varens want ’k ben onderhand een beetje door het varenvirus besmet.
Tong-, eik, konings- en struisvarens alsmede dubbelloof staan mooi te wezen in de varenhoek. Stekelnoot heb ik niet als onderbeplanting (woekert een beetje) maar d’r staat een hele horde Asarum, hepatica’s en cyclamen onder en dat staat ook goed. En in het voorjaar is het er wit van de bosanemonen.
Cyathea cooperi
Tot zover de wat lange aanloop tot mijn artikel over boomvarens.
De gekregen boomvaren heet waarschijnlijk Cyathea cooperi en al scharrelend naar varens op kwekerijen kwam ik nog een ander boomvarentje tegen. Die ging ook mee naar huis, heet Dicksonia antarctica en aangezien ik een trio mooier vind dan een duo heb ik er nog een D. squarrosa bijgehaald. Zie onderstaande foto.
Cyathea squarrosa
Zo langzamerhand krijg ik dus wat varenbloed in de aderen. Ach, het is nooit te laat vooroordelen te laten varen
Ik heb mijn drie boomvarens niet in de volle grond uitgeplant, ik weet niet of het hier in het noorden wel mogelijk is. Durf het eigenlijk niet aan. Als er leden uit het noorden zijn die hier ervaring mee hebben dan hoor ik het graag. Leden in Angeren (onder Nijmegen) hebben de boomvaren wèl uitgeplant met goed gevolg (zie Parel okt 1999 nr: 5. zie ook dat artikel v.w.b. de overwintering buiten). Ook wijlen dhr. Kuijpers in Heythuysen had een kanjer van een Dicksonia antactica in de volle grond (altijd zònder winterbescherming)
Ik lees op het internet dat op de plaats van herkomst de temperatuur varieert tussen -13°C en + 35°C.. Dit geldt voor dicksonia’s, de cyathea’s zijn gevoeliger voor lage temperaturen. In ons land zou er met het in de tuin uitplanten van dicksonia’s dus wel het een en ander mogelijk moeten zijn, zeker weten.
Dicksonia’s komen voor op Nw. Zeeland, Australië en Tasmanië terwijl cyathea’s voorkomen in o.a. midden Amerika, Tanzania en China. Boomvarens houden van een koele, vochtige omgeving. Dus niet in de brandende zon met een droge potgrond. Ze brengen een geweldige exotische sfeer in de tuin vooral als je een hele hoek vol kunt zetten. En nog mooier wordt het als je ze met hoge stammen koopt daar ben ik onderhand wel achter. Men ziet ze steeds meer aangeboden en als de portemonnee het kan trekken en ‘moeders’ akkoord is dan kan men eens flink “uitpakken”. (Ik zou me overigens kunnen voorstellen dat de prijzen nog gaan dalen.)
Mijn D. antarctica vormt al een klein stammetje, het gaat niet hard (de Cyathea groeit sneller) maar het komt wel goed en op termijn vind ik dit waarschijnlijk mooier dan gelijk zo grote kanjer aan te schaffen. Maar beste lezers, het zal nog heel wat jaren duren voordat mijn boomvarens zijn zoals op bijgaande foto.
Zoals gezegd zijn er in ons land mensen die boomvarens in de volle grond houden. Ze kunnen tegen wat vorst. Ook hier geldt weer dat het belangrijk is waar men de woonstee heeft.
Grote dicksonia’s worden als kale stammen zonder blad en wortels geïmporteerd en in kassen aan de wortel gebracht. Daar moet natuurlijk ook gezorgd worden voor een hoge luchtvochtigheid en de stammen (het zijn eigenlijk bundels wortels) moeten daarnaast ook goed vochtig gehouden worden. Bij een goede behandeling vormen zich als snel wortels, of misschien moeten we zeggen gaan de wortels uitlopen en gaat het groeipunt aan de bovenkant nieuwe bladeren vormen.
p.s. De stammen zijn eigenlijk geen echte stammen zoals bij bomen wel het geval is. Eigenlijk zijn het wortelstokken (rhizomen) die verticaal groeien en sterk genoeg zijn om de grote bladkroon te kunnen dragen. Deze rhizomen zijn omgeven met kleinere wortels waar vaak veel humus tussen zit.
Ik zag ze in de schitterende tuin van ‘Villa Carlotta’ aan het Comomeer in een ravijn boomvarens in de volle grond uitgeplant met daarboven haast onzichtbaar –tig vernevelnippels die het hele ravijn (meer dan 120 mtr lang en 15 meter diep ) vochtig hielden. De dicksonia’s met hoge stammen en bladeren van 3 tot 4 mtr lengte stonden er, net als de vele bodembedekkers, bij als een plaatje.!!!
p.s. Villa Carlotta (in Tremezzo aan de west kant van het Como-meer) is een aanrader !!! Vele tientallen verschillende Azaleasoorten en cv’s zijn daar zó
hoog, daar loop je onderdoor!! Geplant rond 1850 !!!. Dus ga kijken in het voorjaar, schitterend en dan heb ik nog niets gezegd over de rest van de meer exotische beplanting!! Een Engelse zei tegen me: “Here we are in heaven”.
Ook de tuin van villa Meltzi (in Bellagio) aan de andere kant van het meer is heel mooi. Er zijn daar nog meer zeer fraaie tuinen met heel veel exoten.
Cyathea’s moeten mèt wortels worden ingevoerd anders redden ze het niet.
Ik vraag me altijd af als ik op foto’s op het internet die grote aantallen boomvarens te koop zie of ze legaal in het buitenland zijn gerooid of is het een illegale handel, een stukje roofbouw dus. Ik weet het niet.
Boomvarens kunnen heel oud worden maar voor mensen geldt dat ook.
Mijn vrouw en ik willen op termijn graag bij die hoogbejaarden aansluiten, moge kommer en kwel onz’ deur voorbij gaan.
Misschien wonen we dan in huize “Avondrood” of wie weet in een kanjer van een penthouse. Mocht daar, waar het ook is, voldoende ruimte zijn dan hoop ik ook dan nog te kunnen genieten van mijn zelf opgekweekte boomvarens.
Lute Hilberts De Parel, augustus 2009