‘Maak bewuste keuzes bij de samenstelling van uw plantencollectie. Houd rekening met de winterberging die u de planten kunt bieden!’
In de zeventiende eeuw waren in West-Europa bij de rijke burgerij en de adel citrusplanten in kuipen (oranje-bomen) erg populair. · s Zomers stonden deze kuipen op het terras en in de oprijlanen. Om de planten vorstvrij te overwinteren bouwde men vaak prachtig gestookte bergingen met grote ramen op het zuiden. Deze bergingen noemde men in Nederland Oranjerie, in Frankrijk Orangerie en in Engeland Orange-house.
Het assortiment kuipplanten dat vorstvrij diende te overwinteren nam toe. Na de planten uit het Middellands zeegebied kwamen er, onder meer als gevolg van de activiteiten van de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) en de Westindische Compagnie, nieuwe plantensoorten uit Zuid-Afrika (Kaapse planten), Azië en Zuid-Amerika bij. Later ook nog planten uit Australië en NieuwZeeland. Al deze planten overwinterde men in de oranjerie, zodat wij vandaag alle vorstvrij te overwinteren kuipplanten Oranjerieplanten noemen.
Wij, althans de meesten onder ons, overwinteren deze planten niet meer in oranjerieën doch in velerlei vorstvrij gehouden ruimtes zoals glazen of kunststof kassen of serres, in schuren, kamer, kelders of op zolder. De overwinteringsplaats moet echter wel aan een aantal voorwaarden voldoen wil men de planten in het voorjaar weer gezond naar buiten brengen.
Over die voorwaarden gaat het hier. De eisen die de verschillende planten stellen kunnen sterk uiteenlopen. In mijn ogen bestaat er geen universele -voor alle planten geschikte- overwinteringsruimte. Voor een evenwichtige groei hebben planten water (met daarin opgeloste voedingszouten), koolzuur, licht en warmte nodig. De variabelen licht en temperatuur bepalen voor welke planten de winterberging geschikt is en voor welke minder of zelfs ongeschikt. Dat betekent dat u bij de keuze van uw planten goed rekening dient te houden met de winterberging die u de planten kunt bieden. Een ongeschikte winterberging is al voor menige, impulsief aangekochte fraaie plant fataal geweest.
Licht
Een plant heeft licht nodig bij de zogenaamde fotosynthese. Dit zijn chemische reacties waarbij licht de energie levert om in de plant de Ievensnoodzakelijke stoffen zoals suikers, zetmeel, aminozuren, eiwitten, vetten, en chlorophyl te maken.
Het vermogen om uit licht de energie te halen die nodig is om hoogwaardige organische verbindingen te maken, dankt de plant aan het chlorophyl, het bladgroen. Fotosynthese start al bij een lichtintensiteit van 0,5-1,0 lux, te vergelijken met het licht bij volle maan ‘s nachts. De chemische processen in de plant zijn door enzymen gekatalyseerde reacties. Enzymen zijn ingewikkelde eiwitten, die door de plant zelf gefabriceerd worden. U kunt dit onmiddellijk weer vergeten. Onthoud dat de snelheid waarmee de plant de bouwstenen voor zijn groei kan aanmaken, wordt bepaald door de omgevingstemperatuur. Bij een hogere temperatuur is er meer aanmaak, mits er voldoende licht is.
Temperatuur
De omgevingstemperatuur bepaalt de start en de intensiteit van het gehele groeiproces van planten. Alle processen hebben hun eigen optimum. Zo heeft de chlorophylproductie vaak, en dan vooral bij tropische of subtropische planten, een duidelijk hogere minimumtemperatuur dan de groei. Men noemt dit disharmonie in de stofwisseling. Dergelijke planten die te koud staan groeien wel, maar zij zijn dan geel-bleek door te weinig bladgroen. Misschien is dit één van de oorzaken van de vergeling van bijvoorbeeld de citrus in ons klimaat?
Zoals gezegd, deze disharmonie komt vooral voor bij planten uit warmere streken dan de onze. Bij koude-resistente planten komt disharmonie in de stofwisselingsprocessen niet voor. Uiteraard geldt dit slechts als er voldoende licht is. De groei van een plant wordt bepaald door de omgevingstemperatuur. Daarvoor is geen licht nodig. Integendeel, planten groeien in het donker. Voor een gezonde groei echter moet de plant beschikken over chlorophyl, koolhydraten ( suikers en zetmeel) en nog vele andere stoffen. Stoffen die alleen in voldoende mate worden aangemaakt met behulp van warmte en licht. Bij louter warmte als stimulans kunnen planten, zoals de aardappel of asperge, meterslange scheuten leveren. Zo ook oranjerieplanten. Bij te hoge temperatuur in de winter en de slechte lichtcondities in ons klimaat ontstaan er lange bleke en zeer zwakke scheuten die bovendien, omdat ook insecten bij hogere temperaturen actiever zijn, dikwijls geteisterd worden door ongedierte. Deze groei is te vergelijken met bouwen zonder cement en bouwstaal.
De groei- en de stofwisselingscurven worden gekenmerkt door:
– een minimum, de temperatuur waarbij het groei- of het stofwisselingsproces start;
– een optimum waarbij de processen maximaal zijn;
– een maximum temperatuur waarbij en de plant beschadigd raakt en het groeiproces stopt.
Planten in de winter
Onze winters zijn gekenmerkt door lage temperaturen, korte dagen en weinig licht. De planten uit onze streken zijn hieraan aangepast. In de volle grond zullen ze ook niet snel bevriezen. In potten of kuipen echter kunnen ook de zogenaamde winterharde planten het buiten moeilijk krijgen, vooral de niet bladverliezende heesters, bomen en coniferen. Doordat in een kuip de potkluit door en door bevriest, kunnen deze planten tijdens een langdurige vorstperiode afsterven door verdroging. Planten uit gematigde streken waar het zelden of nooit vriest, zeker niet langdurig, overwinteren bij ons het beste bij temperaturen onder 10° C. Bij deze temperatuur is er geen groei, waardoor de lichtbehoefte gering is. Bijlichten van een donkere berging met TL-buizen (kleur witnr 33) is voor de niet bladverliezende planten al voldoende. In een koele kas of serre is bijlichten overbodig.
Planten uit warme streken geven ons problemen in de winter. Door de hogere temperatuur (min. 15° C) blijven die planten groeien. Er is dus veel licht nodig, vooral ook omdat de zonminnende planten in hun vaderland aan veel hogere lichtintensiteiten gewoon zijn dan hier in de winter optreden en de daglengte daar ca. twaalf uur is. Bovendien kan door disharmonie in de stofwisseling toch nog schade (koudeschade) aan de planten ontstaan. Uiteraard is de lichtbehoefte van tropische schaduwplanten laag. Deze planten kunnen goed in de huiskamer overwinteren mits u zorgt voor vochtige lucht voor die planten die dat nodig hebben.
Een koele overwintering, althans een koele periode van minstens enige weken, is voor veel planten noodzakelijk om later tot bloei te komen. Perziken bijvoorbeeld, bloeien in de tropen niet. Ook Digitalis (vingerhoedskruid), bij ons tweejarig, wordt in warme gebieden vele jaren oud zonder ooit te bloeien. Om de planten tot bloei te prikkelen kan het nodig zijn hen een koele overwintering te geven.
De winterberging
Uit het voorgaande is duidelijk geworden, dat u zich bij de keuze van uw kuipplantenassortiment moet laten leiden door de winterberging waarover u beschikt. Welke temperatuur en welke lichtintensiteit kunt en wilt u de planten in de winter bieden? Informeer daarom bij de aanschaf van een plant, in boeken of bij kenners, altijd naar de minimale overwinteringstemperatuur. Je zou de overwinteringstemperaturen in drie klassen kunnen indelen: koel -ca. 5°, gematigd -ca. 10°, warm – minstens 15°. Er zijn veel planten die koel kunnen overwinteren.
Talloze planten overwinteren al jaren gezond in mijn garage. De garage is voorzien van centrale verwarming met thermostaatkraan. Deze begint bij een temperatuur van ongeveer 2° C te verwarmen. Incidenteel is de temperatuur bij strenge vorst kortstondig onder 0° C gedaald. Een enkele Lantana overleefde dit niet. De overige planten, zoals de kamerlinde, ondervonden geen schade. De garage wordt ca. 10 uur per dag verlicht met TLbuizen (kleur witnr 33): 1 buis van 40 watt per 2m2 zo dicht mogelijk boven de planten.
Bij koele overwintering in serre of kas is extra verlichting overbodig, al wil hier de temperatuur overdag nogal oplopen hetgeen weer ongedierte stimuleert.
Overwintering bij hoge temperaturen zeker bij 15° en hoger heeft bij veel planten zodanige groei tot gevolg dat er hoge lichtintensiteiten nodig zullen zijn om ongezonde groei te vermijden. Men zal over een zeer lichte ruimte zoals kas of serre moeten beschikken om de planten bij die temperaturen goed door de winter te krijgen, dan wel zogenaamde groeilampen moeten gebruiken.
Bij overwinteren in huis komen eigenlijk alleen de koelste plekjes, zoals hal, kelder of ongestookte kamers in aanmerking eventueel met verlichting. De huiskamer is wegens de hoge temperatuur en daardoor relatief droge lucht als ook wegens gebrek aan licht niet geschikt als overwinteringsplaats.
Vergist u zich niet in de intensiteit van het licht achter een raam, welke zeer snel afneemt bij grotere afstand tot het raam.
Een vervelend gevolg van hogere temperaturen in de winterberging is de toenemende activiteit van schadelijke insecten en ander ongedierte, zoals witte vlieg en spint. Net als de planten worden deze bij hogere temperaturen wakker. Alleen hebben zij geen licht nodig. Hun voedsel vreten en zuigen zij van de planten. Om deze parasieten in bedwang te houden is het nuttig om de temperaturen in de winterberging zo laag mogelijk te houden als nog voor de planten toelaatbaar is.
De Phoenixpalm, die ik vroeger in de huiskamer overwinterde, kwam elk voorjaar zilver grijs door de spint en met onnatuurlijk lange bladeren als gevolg van groei in de donkere winter naar buiten. Sinds hij in de garage koel overwintert blijft hij mooi compact (geen wintergroei) en zonder spint, fris groen. Ook de kamerlinde (Sparmania) overwintert erg goed in deze zelfde ruimte en heeft in vijf jaar tijd nog geen witte vlieg gehad (zonder spuiten).
Bij het naderen van het voorjaar gaan natuurlijk ook in de winterberging de temperaturen omhoog. In de kassen neemt met het stijgen van de zon de hoeveelheid licht toe, maar in de verlichte winterberging zonder of met zeer weinig glas, ontstaat door de hogere temperaturen groei van de planten bij onvoldoende licht. Er ontstaan zwakke kwetsbare scheuten. De parasieten worden actief. Voor de planten breekt nu de moeilijkste tijd aan. Het is daarom raadzaam een groot deel van deze planten al begin april naar buiten te brengen naar een beschutte plek, deels onder dak. Ook een afdekking met pe-folie beschermt tegen nachtvorst en koude regen.
Scheuten die buiten ontstaan zijn sterk en minder gevoelig voor koude. Dit geldt zeker voor planten die enige vorst verdragen zoals: Vijg, Laurus, Mirthus, Acca, Callistemon, Loquat, Pittosporum, Oleander, Camellia en de palmen Chamaerops, Trachycarpus en vele andere planten.
Energiekosten
Energie heeft een prijs, die in de toekomst fors hoger zal worden mede als gevolg van milieuheffingen. De energiekosten om de winterberging te verwarmen en te verlichten waar nodig, zullen een belangrijke post gaan vormen op het kostenoverzicht van onze hobby.
Bij een gemiddelde buitentemperatuur van 0° C verbruikt een kas die op 10° wordt gehouden 2x zoveel energie als een die op 5° is ingesteld. Bij 15° is het verbruik 3x zo hoog als bij 5°, de kassen van 10° resp. 15° blijven doorgaan. De verwarming in mijn garage die tegen het huis ligt werkt slechts als het buiten meer dan enkele graden vriest, dus hoogstens enkele weken per winter en dan vaak nog alleen ‘s nachts. Het is uit oogpunt van kostenbesparing en zekerheid voor de planten gewenst om met een betrouwbare thermostaat de temperatuur in de winterberging te sturen, opdat gewenste temperatuur niet wordt over- doch ook niet onderschreden. Isolatie van de berging met bijvoorbeeld noppenfolie of dubbelglas kan een behoorlijke energiebesparing leveren. Ook als uw berging groter dan nodig is om alle planten te bergen loont het om het te verwarmen gedeelte daarvan af te scheiden van de rest met zoiets als noppenfolie.
Zou men omwille van enkele planten die 10° of 15° wintertemperatuur eisen, de temperatuur in de berging naar 15° brengen, dan is dat schadelijk voor de koele planten en het is duur. Wellicht is het te overwegen voor de ‘wame’ planten opslag in huis te creëren. dan wel ze niet aan te schaffen.
Resumé
Het is sterk aan te bevelen om oranjerieplanten koel te overwinteren, in elk geval zo koel dat de planten niet groeien ( d.w.z minder dan 10°C). Waar nodig kan men met TL-licht in de lage lichtbehoefte van de planten voorzien;
0verwinteren bij lage temperaturen heeft het grote voordeel dat parasieten dan weinig actief zijn en zich niet of nauwelijks vermenigvuldigen;
Veel planten hebben een betrekkelijk koele periode van enkele weken nodig om tot bloeien te worden geprikkeld.
Het energieverbruik dat nodig is om de winterberging op temperatuur te houden, stijgt evenredig met de ingestelde temperatuur.
Her voorgaande wil een pleidooi zijn voor het doen van bewuste keuzes bij de samenstelling van uw plantencollectie. Laat u daarbij niet uitsluitend leiden door exclusiviteit.
Realiseert u wat letterlijk en figuurlijk de prijs is van hoge wintertemperaturen voor veel planten, voor uw portemonnaie en voor ons milieu.
Ook onder de koel te overwinteren planten is de keus enorm groot.
M.Willems De Parel, oktober 1994
PS. In het artikel https://kuipplantenvereniging.nl/overwintering/ vindt u ook uitgebreide informatie over het overwinteren van kuipplanten en een tabel met een overzicht van de overwinteringscondities.