Soortnaam: Bougainvillea glabra
Nederlandse naam:
Familie: Nyctaginaceae.
Afkomst / verspreiding: de landen rondom de Middellandse Zee.
Bijzonderheden: blad: felgekleurde schutbladeren (wit, roze, rood, paars, soms geel);
bloemen: klein en onopvallend, wit en buisvormig en ze zitten in groepjes van drie bijeen.
zo’n groepje bloemen wordt omgeven door felgekleurde schutbladeren die de plant zo mooi maken;
ze een klimplant die zich met kromme doornen vastzet aan haar gastheer.
Standplaats: ze heeft een zonnige standplaats nodig en zal dan op meerjarig hout uitbundig bloeien.
Bloeiseizoen:
Verzorging: ze heeft voldoende aan gewone potgrond, maar er kan eventueel wat klei en beendermeel aan toegevoegd worden;
snoei niet te veel oud hout weg want dat gaat ten koste van de bloei. .
Bemesting: tijdens het groeiseizoen regelmatig wat mest geven om vergelen van de bladeren te voorkomen.
Vermeerdering: deze plant is niet eenvoudig te vermeerderen;
de stekken, die er in het voorjaar afgeknipt worden, wortelen alleen bij een bodemtemperatuur van minstens 25 graden Celsius;
gebruik bovendien een wortelpoeder en zorg voor een hoge luchtvochtigheid.
Overwintering: voor de eerste nachtvorst moet de plant naar binnen, ze kan op een koele plek overwinteren;
geef haar niet te veel water, voorkom alleen dat de kluit uitdroogt;
ze laat haar blad vallen zodat ze ook donker kan overwinteren.
Problemen: op een te warme overwinteringsplaats komt er vrij snel luis en spint in de plant;
zet haar op een koelere plek.