Soortnaam: Cestrum elegans.
Nederlandse naam: Rode regen.
Familie: Solanaceae (familie der nachtschadeachtigen).
Afkomst / verspreiding: Mexico.
Bijzonderheden: krachtig groeiende groenblijver;
meestal een rommelige struik – sterk terugsnoeien na de bloei; de plant wordt halverwege de herfst teruggesnoeid: kort de plant met driekwart van z’n lengte in.
Standplaats: in volle zon; matig vruchtbare, goed doorlatende grond.
Bloeiseizoen: juni – herfst;
na de bloei verschijnen donkerrode, giftige bessen.
Verzorging: ‘s zomers ruim water, ze moet dagelijks een flinke hoeveelheid water krijgen;
liefst elk voorjaar de plant verpotten en nieuwe grond in een mengsel van goede tuinaarde en gewone potgrond (verhouding 1:3) geven.
Bemesting: een regelmatige bemesting; elke week dagen de plant vloeibare kamerplantenmest geven.
Vermeerdering: in het voorjaar vermeerderen uit een niet-verhoute topstek;
onder glas is het resultaat het beste; wat warmte in de grond doet de beworteling sneller verlopen;
of zaai in bakken met een bodemtemperatuur van ca. 25 graden Celsius.
Overwintering: deze plant binnen overwinteren in een koele, luchtige maar vorstvrije kamer;
bij een hogere temperatuur behoudt hij zijn bladeren en heeft hij wat meer water nodig om de verdamping via het blad te compenseren.
Problemen: alle delen van de plant zijn giftig!
af en toe witte vlieg of bladluis; zorg er daarom voor dat ze niet op de tocht staat;
als de zomer nat en koud is, kan de plant last krijgen van grauwe schimmel.