Soortnaam: Gloriosa superba ‘Rothschildiana’.
Nederlandse naam: Prachtlelie.
Familie: Colchicaceae.
Afkomst / verspreiding: tropisch Afrika en tropisch Azië.
Bijzonderheden: Een klimplant met spectaculaire, vuurrode bloemen met gele randen.
Lang gele meeldraden geven een exotisch uiterlijk aan de bloem. De ranken kunnen tot 2 meter hoog worden.
Alle delen van de Gloriosaplant zijn giftig. Vooral de zaden en de knollen. Pas op met het sap van de plant. Was goed de handen na het afknippen van uitgebloeide bloemen of het verpotten van de knollen.
Standplaats: Een warme plek in de z0n, min.temperatuur 16° C.
Bloeiseizoen: Juni-september
Verzorging: De knol of wortelstok kan na de overwintering ook in de volle grond worden gezet, bij voorkeur in wat veenachtige, goed doorlatende grond. Snijdt regelmatig de uitgebloeide bloemen eruit, maar verder niet snoeien. De grond vochtig houden maar geen water in de pot laten staan want de knol is gevoelig voor rot.
Bemesting: Regelmatig bemesten.
Vermeerdering: Bij sterke groei ontstaan nieuwe wortelstokken die na het zomerseizoen afgescheurd kunnen worden. Zaaien kan ook: het hele jaar op een warm plekje. Gebruik als zaaigrond: 50% cocopeat en 50% zilverzand. Bedek de zaden met een dun laagje grond en bevochtig met een nevelspuit. De plant gaat bij zaaien pas na 3 jaren bloeien
Overwintering: De knol moet volledig opdrogen en dan in droge turfmolm worden bewaard. In de winter geen water meer geven. Een vergelijkbare behandeling als dahliaknollen.
Minimum temperatuur 13° C.
Problemen: Er kan droogrot optreden als de plant te koud staat en hij kan dan ook last krijgen van bladluis .