Soortnaam: Phoenix canariensis.
Nederlandse naam: Canarische dadelpalm.
Familie: Arecaceae (Palmae) – Coryphoideae – Phoeniceae – Phoenix.
Afkomst / verspreiding: Canarische Eilanden.
Bijzonderheden: een majestueuze palm.
Standplaats: zij heeft graag goed gedraineerde grond en kan zelfs tegen relatief voedselarme grond.
Verzorging: aan de stand van de bladslippen kun je zien of de plant water nodig heeft;
bij langere droogte, staan deze gootvormig samengevouwen bladslippen meer omhoog, waardoor regenwater opgevangen wordt en naar de stam wordt geleid;
bij voldoende water zijn ze meer zijdelings en omlaag gericht;
‘s zomers dan ook voldoende water geven;
dagelijks besproeien doet deze plant ook goed;
jaarlijks mogen de wortels flink teruggesnoeid worden: zij drukken anders de palm omhoog uit de pot..
Bemesting: van april tot augustus elke week vloeibare mest (guano-meststof of bloemenmest)geven.
Vermeerdering: het zaad ontkiemt gemakkelijk en vlug, zeker met extra warmte, binnen een paar weken.
Overwintering: boven 5°C; dus koel overwinteren met weinig water, anders worden de wortels rot;
maar: nooit laten uitdrogen!
Problemen: droge, warme kamerlucht vergroot de kans op spintmijten.