Soortnaam: Phoenix dactylifera.
Nederlandse naam: Echte dadelpalm.
Familie: Arecaceae (Palmae) – Coryphoideae – Phoeniceae – Phoenix.
Afkomst / verspreiding: Midden-0osten en Noord-Afrika.
Bijzonderheden: de stijve, grijsgroene bladeren staan meer rechtop dan haar naaste verwant de Canarische Dadelpalm; daarnaast heeft ze minder bladeren;
ook iets minder koudebestendig als P. canariensis!
dadels kunnen gedroogd gedurende heel lange tijd bewaard worden;
deze palmboom is al meer dan 5000 jaar in cultuur.
Standplaats: volle zon of halfschaduw, zij verdraagt ook hete wind en slechte grond, mits goed gedraineerd.
Verzorging: ‘s zomers voldoende water geven;
dagelijks besproeien doet deze plant ook goed;
Bemesting: van april tot augustus elke week vloeibare mest (guano-meststof of bloemenmest)geven.
Vermeerdering: mannelijke exemplaren produceren zoveel stuifmeel dat er slechts één nodig is voor wel 100 vrouwelijke bomen;
vrouwelijke bomen produceren wel tot 45 kg fruit per jaar; gemakkelijk uit zaad te vermeerderen: in het voorjaar een rijpe dadel opeten en de pit zaaien, al na enkele weken ontkiemt deze pit.
Overwintering: boven 5°C en niet te veel water geven
Problemen: droge, warme kamerlucht vergroot de kans op spintmijten.