Soortnaam: Rhapidophyllum hystrix.
Nederlandse naam: Naaldpalm.
Familie: Arecaceae (Palmae) – Coryphoideae – Corypheae – Thrinacineae – Rhapidophyllum.
Afkomst / verspreiding: Zuidoosten van de Verenigde Staten.
Bijzonderheden: een van de meest winterharde palmsoorten, hij verdraagt als volwassen plant in de volle grond zo’n 15° vorst;
een laagblijvende stekelige soort die meestal meerdere grondscheuten vormt;
Standplaats: in de volle zon of halfschaduw op een goed gedraineerde plaats;
hij heeft graag wat kalk in de bodem
Verzorging: in de zomer heeft hij graag veel water;
verder vraagt hij niet zoveel aandacht.
Bemesting: wekelijks normale kuipplantenmest.
Vermeerdering: zaden kiemen maar sporadisch; het duurt ook heel lang: een half jaar tot 2 jaar na het zaaien.
Overwintering: de palm in een pot staat graag droog, d.w.z. onder een afdak of in een onverwarmde ruimte;
voorwaarde is wel dat dit een luchtige plek is;
schimmelvorming door te hoge luchtvochtigheid kan fataal zijn.
Problemen: te hoge luchtvochtigheid in de winter.