Soortnaam: Sabal minor.
Nederlandse naam: Dwerg Palmetto.
Familie: Arecaceae (Palmae) – Coryphoideae – Corypheae – Sabalinae – Sabal.
Afkomst / verspreiding: Cuba en zuidoosten van de Verenigde Staten.
Bijzonderheden: hij heeft bijna geen stam en kan heel veel vorst verdragen. (-12 tot -15°C);
het grootste gedeelte van haar stam bevindt zich onder de grond en daarom lijkt zelfs een volwassen Sabal meer op een struik dan op een echte palmboom;
bij extreme kou, meer dan -15°C, bevriest daar wel het bovengrondse gedeelte;
pas als er een heel warme zomer volgt, komen er weer nieuwe scheuten uit de grond.
Standplaats: hij houdt van vochtige, maar wel goed gedraineerde grond en is een echte zonaanbidder;
aan natte voeten heeft zij een grote hekel!
hij staat ook graag op een plaats in de luwte, zijn rechtopstaande bladeren hebben anders teveel last van de wind.
Bloeiseizoen: in de zomer krijgt hij op oudere leeftijd witte bloemen die heel lekker ruiken; na de bloei komen er kleine, ronde, zwarte vruchten.
Verzorging: in de zomer heeft hij graag water; een humuslaag om de plant zorgt ervoor dat de grond vochtig blijft.
Bemesting: wekelijks normale kuipplantenmest.
Vermeerdering: uit zaad.
Overwintering: ook deze palm staat graag in de winter droog onder een afdak of in een onverwarmde ruimte; regen en hoge luchtvochtigheid kunnen funest zijn, er treedt nogal vlug schimmelvorming op in het binnenste van de palm; hierdoor gaat de “speer” rotten en kun je die er gemakkelijk uittrekken;
een oudere palm moet buiten in de volle grond op zeer goed gedraineerde grond staan, bijvoorbeeld zandgrond met stukken puin, zodat de regen vlug kan wegzakken.
Problemen: een te hoge luchtvochtigheid in de winter: schimmelvorming!
bij teveel regen moet een palm in de volle grond even extra beschutting krijgen in de vorm van een afdakje (golfplaat of dekzeil).