Soortnaam: Sabal palmetto.
Nederlandse naam:
Familie: Arecaceae (Palmae) – Coryphoideae – Corypheae – Sabalinae – Sabal.
Afkomst / verspreiding: Cuba en zuiden van de Verenigde Staten.
Bijzonderheden: zij verdraagt in volwassen staat in de volle grond zo’n 10° vorst.
Standplaats: zowel in de zon als in lichte schaduw;
deze waaierpalm groeit gemakkelijk, het best in zanderige aarde met wat kalk; zeker wanneer er overvloedig water is;
natte voeten betekent echter onherroepelijk het einde van een saballeven;
Verzorging: ‘s zomers veel water geven en ‘s winters weinig.
Bemesting: van maart tot oktober regelmatig meststoffen geven.
Vermeerdering:het zaad ontkiemt gemakkelijk en loopt al na een paar weken uit.
Overwintering: ook deze palm staat graag in de winter droog onder een afdak of in een onverwarmde ruimte;
regen en hoge luchtvochtigheid kunnen funest zijn, er treedt nogal vlug schimmelvorming op in het binnenste van de palm;
hierdoor gaat de “speer” rotten en kun je die er gemakkelijk uittrekken;
Problemen: een te hoge luchtvochtigheid in de winter: schimmelvorming!