Soortnaam: Tecoma stans.
Nederlandse naam: Gele Bignonia.
Familie: Bignoniaceae.
Afkomst / verspreiding: Midden-Amerika.
Bijzonderheden: deze groenblijvende plant bloeit in trossen en de fraaie heldergele trechter- of trompetvormige bloemen die in tuilen aan de uiteinden van de takken staan worden gevolgd door boonvormige zaaddozen;
om de bloei te rekken, moeten deze zaaddozen erafgehaald worden;
na de bloei sterk terugsnoeien om de plant compact te houden.
Standplaats: in de volle zon, wel beschut tegen de wind.
Bloeiseizoen: van eind voorjaar tot in de herfst.
Verzorging: goed doorlatende, liefst kalkrijke grond;
in de zomer ruim water en voeding geven.
Bemesting: een keer per week.
Vermeerdering: in voorjaar vermeerderen uit zaad, in de zomer met jonge topstekken.
Overwintering: een lichte plaats bij een minimumtemperatuur van 12°C; het blad blijft bij deze temperatuur aan de plant, zodat er wel wat water gegeven moet worden;
overwinteren bij een lagere temperatuur mag ook, maar dan verliest hij de bladeren en mag geen water gegeven worden!
Problemen: oppassen voor spint!