Soortnaam: Tecomaria capensis.
Nederlandse naam: – (Cape Honeysuckle).
Familie: Bignoniaceae.
Afkomst / verspreiding: het zuiden en oosten van Afrika.
Bijzonderheden: groenblijvende, semi-klimmende struik;
met fraaie 5 cm grote, rode tot scharlakenrode trompetbloemen:
deze staan in tuilen aan het eind van de scheuten;
de vrucht is een lange, smalle doosvrucht;
de geveerde bladeren staan kruislings of in kransen van 3 langs de stengelsen bestaan uit een oneven aantal blaadjes.
Standplaats: in de volle zon, wel beschut tegen de wind, met klimsteun.
Bloeiseizoen: van eind voorjaar tot in de herfst.
Verzorging: goed doorlatende grond met extra organisch materiaal;
in de zomer ruim water geven.
Bemesting: een keer per maand.
Vermeerdering: in voorjaar vermeerderen uit zaad, in de zomer uit stek.
Overwintering: een lichte plaats bij een minimumtemperatuur van 12°C; het blad blijft bij deze temperatuur aan de plant, zodat er wel wat water gegeven moet worden;
overwinteren bij een lagere temperatuur mag ook, maar dan verliest hij de bladeren en mag geen water gegeven worden!
Problemen: