Soortnaam: Tibouchina urvilleana.
Nederlandse naam: Tibouchina / Spinnenbloem.
Familie: Melastomataceae / Melastomafamilie.
Afkomst / verspreiding: Zuid-Amerika.
Bijzonderheden: groenblijvende vaste plant met roodachtige, dikke en ronde bloemknoppen;
de rijkpaarse tot violette, fluwelige bloemen zijn zo’n 8 cm groot;
zij hebben 5 lange en 5 korte paarse meeldraden en bloeien alleen of in groepjes:
de enkelvoudige bladeren zijn behaard, ovaal tot iets langwerpig en voorzien van 3-7 diepliggende nerven
nieuwe aanwas is vaak contrasterend roodachtig brons van kleur.
Standplaats: in de volle zon oplichte grond met extra organisch materiaal.
Bloeiseizoen:
Verzorging: in groeiseizoen vochtig houden en na de bloei snoeien.
Bemesting:
Vermeerdering: eind voorjaar of zomer vermeerderen uit stek.
Overwintering: boven 5°C, hij verliest in koele en droge omgeving zijn blad dat dan eerst rood kleurt.
Problemen: