Soortnaam: Trachycarpus fortunei.
Nederlandse naam: Chinese Henneppalm.
Familie: Arecaceae (Palmae) – Coryphoideae – Corypheae – Thrinacinea – Trachycarpus.
Afkomst / verspreiding: Zuidoost-Azië alwaar zij tot op grote hoogte in de Himalaya voorkomt.
Bijzonderheden: zij heeft een prachtige harige stam;
de bladeren hebben een lange bladsteel en zijn van boven donkergroen en van onderen blauwgroen;
dode bladeren blijven als een rokje om de stam zitten.
Standplaats: zij kan in de volle zon, maar vraagt dan wel veel water;
deze palm prefereert een wat zwaardere grond (klei) en heeft een grote hekel aan wind, vanwege haar waaiervormige bladeren met lange stelen.
Verzorging: ook bij deze palm goed in de gaten houden dat zij in de winter niet te nat wordt;
vocht kan veel ernstigere gevolgen hebben dan droge vrieskou.
Bemesting: om de twee weken vloeibare mest (liefst guano).
Vermeerdering: uit zaad;
Overwintering: als kuipplant in pot in onverwarmde ruimte, waar ze droog kan staan;
dan af en toe wat water geven, want als groenblijvende plant moet ze wel kunnen blijven verdampen;
in de volle grond ervoor zorgen dat ze niet te nat wordt bovenin de kern, bij veel regen- of sneeuwval hiervoor maatregelen treffen.
Problemen: geen problemen.