Soortnaam: Trachycarpus martianus.
Nederlandse naam: – (Himalayan Windmill Palm; Khasia Hills Palm).
Familie: Arecaceae (Palmae) – Coryphoideae – Corypheae – Thrinacinea – Trachycarpus.
Afkomst / verspreiding: Noordoost-India, Nepal en Noord-Birma, alwaar zij tot op grote hoogte in de Himalaya voorkomt.
Bijzonderheden: het is de hoogst groeiende Trachycarpus;
ze kan tot 12 meter hoog worden en heeft een kastanjekleurige stam, omgeven met een fiberachtig net van bruingrijze vezels dat relatief gemakkelijk loslaat en de eigenlijke gladde grijze stam toont;
het verschil met de T. fortunei bestaat dus uit de kale stam, die alleen onder de kroon met vezels bekleed is en met afgestorven bladeren;
het tweede verschil is het blad: zij heeft waaiervormige helder groene bladeren met een lengte per blad van 70 tot 100 cm;
ieder blad bestaat uit zo’n 70 segmenten in tegenstelling tot T. fortunei die uit zo’n 40 segmenten bestaat;
De jonge bladstengels en bladeren zijn nog bedekt met een witte kleur die naar mate deze ouder worden naar groen verkleuren.
de oudere bladeren hebben een lange bladsteel en zijn van boven donkergroen en van onderen blauwgroen;
dode bladeren blijven als een rokje om de stam zitten.
Standplaats: zij kan in de volle zon, maar vraagt dan wel veel water;
deze palm prefereert een wat zwaardere grond (klei) en heeft een grote hekel aan wind, vanwege haar waaiervormige bladeren met lange stelen.
Verzorging: als gewone kuipplant behandelen; in de zomer geregeld besproeien;
dode bladeren mogen verwijderd worden;
ook bij deze palm goed in de gaten houden dat zij in de winter niet te nat gehouden wordt;
vocht kan veel ernstigere gevolgen hebben dan droge vrieskou.
Bemesting: om de twee weken vloeibare mest (liefst guano).
Vermeerdering: gemakkelijk uit zaad.
Overwintering: deze soort is zeer elegant, maar niet zo winterhard en ze heeft een hogere luchtvochtigheid nodig;
als kuipplant in pot in onverwarmde ruimte, waar ze droog kan staan;
dan af en toe wat water geven, want als groenblijvende plant moet ze wel kunnen blijven verdampen.
Problemen: geen.