Soortnaam: Vitex agnus-castus.
Nederlandse naam: Monnikspeper, Kuisheidsstruik, Kuisboom.
Familie: Verbenaceae (IJzerhardfamilie).
Afkomst / verspreiding: Marokko en Middellandse-Zeegebied.
Bijzonderheden: de bloemkleur is lichtblauw en daarbij grijs-groen handvormig blad;
ze verdraagt vrij veel droogte;
ze wordt tegenwoordig medicinaal gebruikt als oogdruppels en in warme omslagen;
vroeger dacht men dat zij de kuisheid kon bewaren (het tegendeel van een afrodisiacum) en werd gebruikt door monniken.
Standplaats: kan zowel in de volle zon als in de halfschaduw, verder heeft ze geen specifieke voorkeur en kan zowel op vochtige als droge plekken staan.
Bloeiseizoen: augustus – oktober.
Verzorging: ze heeft geen speciale verzorging nodig, alhoewel wat mest in het voorjaar en humus rondom de plant niet verkeerd zijn;
matig tot wat meer water geven, het laatste kan als de grond goed gedraineerd is;
snoeien mag, om de plant onder controle en compact te houden; dit moet dan wel in de winter gebeuren, want ze bloeit op het nieuw gevormde hout.
Bemesting: wekelijks gewone kuipplantenmest in het groeiseizoen.
Vermeerdering: door zaad in het voorjaar of herfst en door stek bij warm zomerweer.
Overwintering: deze plant is matig winterhard; als kuipplant boven 5°C houden.
Problemen: er zijn bijna geen ziektes of plagen, enkel soms wortelrot en aaltjes in de grond.