Soortnaam: Zantedeschia aethiopica.
Nederlandse naam: Aronskelk.
Familie: Araceae (aronskelkachtigen).
Afkomst / verspreiding: Zuid-Afrika.
Bijzonderheden: ze heeft een bloeiwijze die bestaat uit een opvallende, witte trechtervormige bloeischede om een gele bloeikolf (spadix);
de bladeren zijn glanzend groen en meestal pijlvormig; zij groeit rond Kaapstad in moerassen en dan dan ook heel goed als aquarium- en vijverplant worden gekweekt;
ze moet dan wel meer dan een halve meter onder water worden geplant, zodat de wortelstokken ‘s winters niet kunnen bevriezen;
wanneer de bloemen bevrucht zijn, verschijnen de vruchtbeginsels in de vorm van trossen met felrood gekleurde bessen op relatief korte stelen;
Zantedeschia vruchten
het wortelgestel bestaat uit vlezige knollen (rhizomen); die bevatten de voedingsstoffen en veel water:
hierdoor is de plant in staat om tijden van droogte te overbruggen.
Standplaats: kan in volle zon maar liever in halfschaduw;
in de zon maakt zij meer bladeren, terwijl als ze in de halfschaduw staat meer bloemen maakt;
matig vochtige grond is voldoende.
Bloeiseizoen: van voorjaar tot in de herfst;
de aronskelk is een typische lange dag-plant, wanneer het daglicht minder wordt, staakt de plant de vorming van bloemen.
Verzorging: de grond moet rijk aan voedsel zijn;
een mengsel van (bemeste) potgrond en een flinke hoeveelheid klei in de verhouding 3 : 2 is nodig om flinke planten te krijgen; na het oppotten de aarde flink begieten; daarna slechts eenmaal per week flink begieten, totdat de stengels met bladeren verschijnen;
wanneer de bladeren volop aanwezig zijn, dan regelmatig gieten om de grond goed vochtig te houden;
dDit is ook het goede moment om de plant met pot en al natte voeten te geven: zet de pot op een ruime schotel of zet hem op een ondiepe plaats in de vijver; wanneer de bloemen verschijnen, is bijmesten met in water opgeloste kunstmest noodzakelijk;
na beëindiging van de bloei de plant minder water geven en daarmee stoppen op het moment dat de bladeren geel worden; de plant komt nu in een toestand van rust, deze rustperiode duurt 10-12 weken.
Bemesting: een keer per week gewone kuipplantenmest.
Vermeerdering: Aronskelken worden vegetatief vermeerderd;
van de wortelstok of knol kunnen stukjes met een oog of uitloper worden afgesneden;
vermenigvuldiging vindt plaats in de rustperiode van de plant;
na afsnijden de stukjes oppotten in een voldoende grote bloempot;
in het begin heel weinig water geven, pas wanneer er blad bovenkomt, dan het water geven intensiveren.
Overwintering: ze kan in de volle grond goed tegen de kou, desnoods -10°C, jonge planten wel de eerste jaren afdekken; als kuipplant moet ze naar binnen bij een temperatuur van rond 5°C.
Problemen: niet bekend.