Januari en februari, dat zijn in ons land bij uitstek de maanden dat koning winter de scepter zwaait. Uiteraard hebben wij als kuipplantenliefhebbers onze maatregelen genomen. Wat betreft de Oleander hebben we geen extra maatregelen hoeven te nemen, de plant laat zich voor de winter het gewone regime welgevallen dat we al voor onze ‘gewone’ kuipplanten toepassen. Soms echter volgt op een winter zonder noemenswaardige problemen een voorjaar en zomer waarin het met de planten maar niet wil lukken. Ze komen slecht of helemaal niet in bloei, stekken slaan niet aan. De oorzaak kan liggen in de winterbehandeling. Kennelijk is de conditie van de planten tijdens de koude-periode zozeer teruggevallen, dat ze de groei- en bloeitijd gebruiken om op verhaal te komen. Daarom is het goed toch enige aandacht aan de winterbehandeling te besteden. We gaan uit van drie verschillende situaties waarin de planten kunnen of moeten overwinteren. Moeten, want menigeen zal niet over zoveel ruimte beschikken dat hij of zij aan alle eisen voor een goed winterregime kan voldoen. Voordat ik daar nader op inga, eerst iets over de maximale koude die de Oleander nog kan verdragen. Wat allereerst dient te worden gezegd is dat er geen duidelijke ondergrens bestaat. Wat de Oleander nog net verdraagt hangt af van de al eerder genoemde conditie van de plant. Ervaringen in de warme zuidelijke streken leren dat de Oleander na een goede, zonnige en warme zomer, waarin de nieuw gevormde stengels en twijgen goed hebben kunnen rijpen (verhouten) nog temperaturen van min 7 °C kan verdragen. En op een beschutte plaats ingegraven of geplant nog wel twee, drie graden meer. Let wel, dit geldt voor een door en door gezonde plant. Planten met een mindere conditie doorstaan een dergelijke koude niet, zeker niet wanneer er sprake is van een winterperiode met veel snijdende wind. De effecten daarvan waren de laatste twee zomers duidelijk te zien aan de Oleanders, geplant op de boulevards langs de meren in Noord-Italië. Oleanderbomen die de strenge, sneeuw- en windrijke winters van de laatste jaren glansrijk hadden doorstaan en volop nieuw blad en bloesem toonden, naast Oleanders waarvan de kruin volledig was ingevroren en die teruggesnoeid waren tot een magere staak. Om maar te zwijgen van de vele bomen die de winter niet hadden overleefd en vervangen waren door in schrielheid afstekende nieuwe aanplant. In een der komende reisverslagen bericht ik u hoe de strenge winters her en der de prachtige Oleanderboulevards hebben geruïneerd.
In ons land verdraagt de Oleander minder koude doordat de zomers minder zonnig en warm zijn. Er zijn globaal drie situaties te onderscheiden waarin de Oleanders hier te lande overwinteren:
1) De planten staan zomer en winter in dezelfde vensterbank, door ruimtegebrek of andere redenen hiertoe gedwongen. Het beste is dan toch om de groei van de plant zo min mogelijk te stimuleren. Dat betekent dat we er naar moeten streven de dagtemperatuur onder of zo dicht mogelijk nabij de 16° C te houden. Dit is namelijk een kritische grens. Kunnen we dit niet bereiken dan heeft de plant de neiging blad te vormen. Scheuten die door gebrek aan zon slap uitgroeien en zelden bloemen dragen. Wanneer het maar even mogelijk is, proberen we te luchten. Veel sproeien, daarbij waken voor het doornat worden van de potkluit. Matig gieten. Door de plant aan de droge kant te houden riskeren we bladval maar forceren toch een vorm van winterrust, wat de basis is voor een goed resultaat in de lente en zomer die daarop volgt.
2) Het is mogelijk de planten elders in huis te laten overwinteren. Nodig is een berging die zonnig en licht is, en waar we op milde winterdagen kunnen luchten. Als we moeten kiezen tussen licht en te warm, of kouder maar donker, dan kiezen we voor het laatste. Het creëren van een stop in de groeicyclus van de plant gaat voor. We passen de verzorging aan. Voor beide plaatsen geldt weer: zorg voor zoveel mogelijk frisse lucht. Bedomptheid leidt tot wortelrot, vooral als we niet al te kieskeurig zijn met water geven. Vooral bij planten die op een donkere plaats overwinteren moeten we met het gietregime balanceren op het absolute minimum. Net zoveel geven dat verdrogen van twijgen en blad wordt voorkomen.
3) Wie over een kas of serre beschikt kan uiteraard het meest optimale winterregime toepassen: de grote goed uitgegroeide planten plaatsen we het koudst; vorstvrij of een graadje vorst, het zal ze niet deren. De jongere en meer fragiele exemplaren moeten overwinteren bij een temperatuur tussen de 5 en 10° C. Pas bewortelde stekken en jonge planten in de kleuren abrikoosgeel (beduidend zwakkere Oleanders dan die uit het andere kleurgenre) gunnen we een temp. tussen de 8 en 12° C. Nogmaals, dit zijn de minimum c.q. nachttemperaturen. Zolang de buitentemperatuur zich ook op dit niveau handhaaft, kunnen we continu luchten. Af en toe sproeien is te verkiezen boven gieten. Sproeien en gieten doen we bij voorkeur als er een paar dagen zonnig en helder weer wordt verwacht. Verder handelen naar bevind van zaken: Bij zonnig weer loopt de temperatuur in de kas gemakkelijk op tot 15° C of meer, de planten verdampen dan flink meer vocht zodat de watergift aangepast moet worden. Zeker tijdens een vorstperiode komen we wellicht klem te zitten tussen twee uitersten. De door de zon opgelopen temperatuur vergt dat we meer moeten sproeien en gieten. Maar bij helder weer kan de nachttemperatuur weer vervaarlijk dalen tot ver onder nul. Het beste is dan zo te stoken dat alle planten op minimaal 5 ° C staan. Is dat onmogelijk, dan de planten zo droog mogelijk houden. Vorstschade aan het wortelgestel is gevaarlijker dan verdrogen van het blad. En vorstschade treedt op als de potkluit in natte toestand bevriest.
Jasper Smit. Parel nr. 13, december 1988
Dit is het originele artikel uit De Parel, alleen de prent van de oleander is toegevoegd.