U kent het wel, warme streken, tropische eilanden en de plaatjes uit de reisgidsen.
Maar zo’n palmboom in uw eigen omgeving, zomer en winter buiten, kan dit? Zo’n palmboom die alles een beetje exclusief en exotisch maakt. Ja inderdaad, dat kan bij ons!
Er zijn ongeveer 2550 verschillende palmen, deze komen hoofdzakelijk voor in de tropenzones. Slechts enkele soorten hebben een groter verspreidingsgebied (o.a. Trachycarpus). Ongeveer 400 soorten kunnen in Europa gekweekt worden. Van die 400 soorten kunnen ongeveer 50 soorten temperaturen tot min 10 graden Celcius verdragen. Slechts enkele nog lagere temperaturen.
Trachycarpus fortunei is een van de palmsoorten die goed tegen kou kunnen. De Trachycarpus is afkomstig uit delen van Birma, China, India, Japan en Nepal (ongeveer 30 graden noorderbreedte). Trachycarpus fortunei kan zoveel kou verdragen omdat het gebied van herkomst zich gedeeltelijk in het Himalayagebergte bevindt.Tot hoog in de bergen zijn exemplaren van Trachycarpus gevonden. Zelfs op plaatsen waar ‘s winters gedurende een langere periode sneeuw ligt.
De Trachycarpus is omstreeks 1840 voor het eerst in Europa geïntroduceerd en is daarna verspreid over diverse botanische tuinen. Verder is hij regelmatig aangeplant als sier-en straatboom rond de Middellandse Zee. Tevens is hij verspreid over andere delen van Europa zoals België, Duitsland, Engeland, Ierland, Nederland en Zwitserland.
De hoogopgaande stam van de Trachycarpus fortunei kan in een kuip tot 4 meter hoog worden, in de volle grond tot 14 meter. De bloeiperiode is van maart tot juli, de bloemen zijn crême-kleurig, waarna zich vele diep blauwgroene dadelachtige zaden vormen. Trachycarpus betekent “met ruwe vruchten”.
Er is al verteld dat deze prachtige palmsoort ook in België en Nederland is aan te planten. Men moet echter een aantal zaken in acht nemen:
Palmen komen normaal niet of, in het geval van de Trachycarpus fortunei, nauwelijks in winterrust. Dit wil zeggen dat ze van nature het jaar rond hun sapstroom op gang houden en dus ook wortelactiviteit hebben. Ze worden van binnen eigenlijk onvoldoende droog voor koudere streken zoals hier. Dit kan een gevaar opleveren tijdens langere vorstperioden.
De Trachycarpus fortunei is groenblijvend. Dus ook tijdens vorstperioden vindt er verdamping plaats. De wortels moeten altijd hun werk, geheel of gedeeltelijk, kunnen blijven doen.
Een probleem voor onze streken is het verplanten. De wortels van de palmen komen niet in rust. Als men hier een Trachycarpus verplant, moet er voldoende bodemwarmte aanwezig zijn, anders zullen de wortels gaan rotten. Verplant de Trachycarpus dus pas vanaf het einde van het voorjaar of in de vroege zomer, zodat de wortels voor de nieuwe winter goed hersteld zijn. Na het verplanten direct zonlicht vermijden, tot de plant weer begint te groeien.
Nu u dit alles weet een aantal tips om met succes uw Trachycarpus te behouden en te verzorgen.
Plant uw Trachycarpus op een warme plaats. Plant hem niet op het noorden of oosten, i.v.m. de winter. Liefst beschut op het zuiden of westen.
Plaats uw Trachycarpus liefst in de volle grond, zodat de plant een sterk wortelgestel kan vormen en tijdens vorst altijd warmtetoevoer van de ondergrond heeft.
Daarnaast is het verstandig om aan de basis van de palm een goede onderbeplanting aan te brengen, zodat de vorst minder snel de bodem intrekt. Bijvoorbeeld groenblijvende varens of bodembedekkers.
Indien u uw Trachycarpus buiten in een kuip laat overwinteren is extra voorzichtigheid geboden. De kou kan de kuip immers van alle kanten belagen. U moet de kuip dan ook ruimschoots inpakken met bijvoorbeeld noppenfolie, en de basis van de stam ruimschoots bestrooien met bladafval of stro tijdens vorst. Zorg overigens voor een smalle diepe kuip, want een palm wortelt diep.
De bladeren van de Trachycarpus fortunei kunnen een kou verdragen van gemiddeld tot min 15 graden Celsius en de wortels tot gemiddeld min 6 graden Celsius. Dat wil zeggen dat indien u de basis van de stam, tijdens strenge vorst, ruim afdekt met bladafval of stro, er met de wortels in de volle grond niet veel kan gebeuren. Voor alle zekerheid dient u de kroon vanaf min 10 ‡ min 12 graden Celcius te beschermen. Eerst bindt u de bladeren bij elkaar, daarna bindt u een rietmat om de kroon.
Verzorging.
Grond en planten:
Maak een ruim plantgat en vul dit met een mengsel van scherp zand, potgrond en leem in een verhouding van 1:2:1.
Water:
Tijdens de groeiperiode – eind april tot half september – ruim water geven. Bij voorkeur lauw water. Dit brengt warmte in de grond, wat een goede groei tot gevolg heeft.
Bemesten:
Tijdens de groeiperiode voldoende bemesten. Denk aan volledige meststoffen; N.P.K. plus sporenelementen.
Verplanten:
Alleen indien strikt noodzakelijk. Na het verplanten direct zonlicht vermijden, of tijdelijk de bladeren bij elkaar binden, om de verdamping te beperken. Alleen verplanten bij voldoende bodemtemperatuur.
Snoei:
Indien de onderste bladeren bruin worden, deze verwijderen. In het najaar en de winter niet snoeien. Bij voorkeur begin mei snoeien, dan indien nodig de onderste bladring verwijderen. Eventueel tijdens de zomer nog een keer herhalen.
Indien u de hier beschreven punten goed in acht neemt, zult u veel plezier beleven aan deze prachtige exoot en zal uw Trachycarpus ook een strenge winter kunnen doorstaan.
Veel plezier ermee!
Riek Colbers
De Parel nr. 4, 1996
Trachycarpus fortunei
De Trachycarpus is een ideale kuipplant eist weinig, groeit niet zo snel vooral de bloeiperiode van maart tot juli zit ze prachtig in haar vel.
Er zijn ± 2850 verschillende palmen enkele hebben een groot verspreidingsgebied waaronder ook de Trachycarpus fortunei die U vooral in botanische tuinen ziet.
Crêmekleurig is ze in de bloeiperiode daarna diepblauwachtige zaden wordt in de kuip 4, de volle grond 14 m. hoog met name geschikt langs wegen en paden.
Indien de palm een goede verzorging krijgt zult U er lang plezier aan beleven zal de Trachycarpus fortunei steeds een exotische aanblik geven.