Snoeien komt neer op het verwijderen van een of meerdere delen van de plant. Het wegnemen van de stengels, takken of wortels dient om de energie van de plant voor het meest gewenste doel te gebruiken. Het goede moment en de mate van snoeien hangt af van de soort plant die men wil snoeien. De voornaamste reden om te snoeien is het betrokken gewas gezond en in de gewenste vorm en proporties te houden, zeker bij kuipplanten. Een plant wordt gekweekt om de mooie bloemen, het fraaie blad, de vruchten, de levendige kleur van de stam of takken, karakteristieke groeiwijze of vorm. Soms ook om een combinatie van deze eigenschappen. Kuipplanten snoeit men elk jaar om de groei in de hand te houden en ze daardoor vele jaren toch in de kuip of container te kunnen laten staan. Gezondheid en levenskracht van een plant worden in stand gehouden door de juiste snoei. Het is belangrijk om dood en beschadigd hout met een schaar weg te nemen. Hoe langer dood hout aan een plant blijft, des te groter de kans dat er ziektekiemen binnendringen, die zich vermeerderen en zich uiteindelijk in het gezonde hout nestelen.In ernstige gevallen kan dit zware schade en zelfs de dood van de plant tot gevolg hebben. Takken die over elkaar schuren, zijn ook een belangrijke oorzaak van beschadigingen en moeten worden weggenomen. Dunne en zwakke scheuten hebben weinig nut, vooral als ze in het hart van een plant groeien waar ze van licht en lucht verstoken blijven. Goed afgerijpte takken hebben een grotere weerstand tegen koude en ziekten. Daarom is het doel van snoeien, het hart van de struik of kroonboom redelijk open te houden en zo licht en lucht rondom de takken toe te laten. De wonden die men bij het snoeien maakt moeten mooi en glad zijn, zonder rafelige randen, gescheurde bast of gekneusde en geplette takken, daar anders het weefsel afsterft. De snoeiwond geneest het snelst als de snede haaks op tak staat.
De eerste snoei
Om de gewenste vorm te krijgen moet een jonge boom of struik in het begin vrij diep worden teruggesnoeid. Dit houdt in dat de zwakke scheuten worden teruggesneden tot vlak boven een naar buiten wijzende knop. Daar alleen uit de knoppen nieuwe scheuten komen, moeten de snoeisneden zo dicht mogelijk bij een knop worden gemaakt, waarbij men aan de kant tegenover de knop met het snijden begint en er precies boven eindigt. Heeft de boom of struik eenmaal de gewenste vorm dan kan de snoei beperkt blijven tot het bijhouden van de vorm. Dit kan door éénjarige takken tot op de knop in te korten. Dunne of ongewenste en dode of beschadigde takken moeten vlak bij de stam worden weggesneden. In geen geval mag een stukje tak (een kapstok), blijven zitten, daar dit zeker zal afsterven en een bron van ziekte zal vormen.
Snoeigereedschap
Welk gereedschap men ook gebruikt, de hoofdzaak is dat het van goede kwaliteit is. Met snoeischaren moet iedere hobbyist, ervaren of niet, goed overweg kunnen. Hoofdzaak is dat ze scherp zijn en goed onderhouden worden. Ze mogen nooit gedraaid, gewrongen of te zwaar belast worden doordat men er te dikke takken mee wil afknippen. Voor zwaarder werk, bijvoorbeeld takken die niet in de snoeischaar passen, bestaan andere modellen. Ze berusten op dezelfde principes, maar de lange hefbomen van 30-60 cm lengte maken dat er veel zwaarder werk mee verricht kan worden. Voor nog dikkere takken kan men een snoeizaag gebruiken. Ze zijn onmisbaar bij zwaar werk, maar de sneden die ze maken worden onvermijdelijk tamelijk ruw. De sneden kan men dan later bijwerken met een snoeimes. Het snoeimes heeft meestal een gebogen heft zodat het gemakkelijk in de hand ligt.
SNOEISNEDEN
Vormsnoei
Vormsnoei wordt veel toegepast bij kuipplanten. Veel kuipplanten kan men door knip- en snoeiwerk modelleren tot allerhande figuren. Bijvoorbeeld Buxus, Laurus nobilis (Laurier), Taxus of Myrtus (Mirte) kan men tot bollen, piramides, blokken, kegels of figuren vormen. Het knippen kan gebeuren met snoeischaar of heggenschaar. De heggenschaar niet gebruiken bij planten met grote bladeren zoals de laurier. Dat veroorzaakt veel beschadigd blad en de doorgesneden bladeren krijgen een bruine rand.
Kroonboom
Voor het maken van een kroonboom bij kuipplanten zijn bijvoorbeeld geschikt Abutilon, Anisodontea, Bougainvillea, Cestrum, Euryops, Fuchsia, Hibiscus, Lantana, Laurus nobilis, Pittosporum of Plumbago. Men plaatst een gezonde plant in een pot met bamboestok erbij waaraan de plant steeds wordt opgebonden tot de gewenste hoogte. De zijscheuten weghalen of toppen na het eerste bladpaar en voorlopig alle bladeren laten zitten. Nadat de top eruit is gehaald vormen zich nieuwe zijscheuten. De zijscheuten steeds blijven toppen. Door twee zijscheuten met bladeren voorlopig langs de stam te laten zitten krijgt men een snellere groei van de plant en een dikkere stam, eventueel kan men er dan nog een piramide van maken.
Auteur: J.J.H. Willems