Zuidelijk Afrika heeft een uitzonderlijk grote verscheidenheid aan planten in een beperkt gebied. Historisch zijn planten uit het zuidelijk deel van Afrika aangeduid als Kaapse Flora.
In strikte zin duidt men met “Flora Capense” de planten aan die in de zuidwestpunt voorkomen. Maar ook dan zijn er moeilijk scherpe grenzen te trekken.
Ik beschouw onder Kaapse Flora dan ook het bredere gebied van Zuidelijk Afrika. Veel Kaapse planten zijn in de vorige eeuwen in Europa geïntroduceerd, veelal als kuipplant.
Een aantal soorten bleken goed winterhard te zijn, zoals Kniphofia, veel soorten waren dit niet of minder. Ze bleken wel goed te voldoen als eenjarig “zomergoed” zoals de Gazania’s, Lobelia’s, Pelargoniums, etc.
Veel Zuid-Afrikaanse soorten zijn endemisch dat wil zeggen ze komen oorspronkelijk alleen daar voor. Dit plantenrijk heeft zich vrij geïsoleerd ontwikkeld nadat het oercontinent Gondwana uiteen dreef in Afrika, Australië, Zuid-Amerika en Antarctica. Door de specifieke klimatologische en geologische omstandigheden die over lange periode niet verstoord werden door ijstijden of grote geografische bewegingen, zoals vorming van nieuwe gebergten, heeft zich een grote verscheidenheid aan plantensoorten ontwikkeld. Daarbij hebben veel soorten een zeer beperkt verspreidingsgebied, vergelijkbaar met de specifieke soortontwikkelingen op een eiland. Sommige soorten komen zelfs slechts voor op een enkele berg, zoals de beroemde Tafelberg bij Kaapstad.
De typisch karakteristieken van het klimaat en de bodemgesteldheid spelen een grote rol in het houden van deze planten als kuipplant. Wat betreft de specifieke flora, met voor kuipplantenliefhebbers interessante soorten, kunnen we de volgende hoofdgebieden onderscheiden:
De Zuidwest Kaap
De Zuidwest Kaap bevindt zich in het winterregengebied, de zomers zijn warm en droog.
De planten hebben zich daarop aangepast en hebben veelal het groeiseizoen in de winter.
Ook hier op het noordelijk halfrond volgen ze dat schema, ze beginnen hier weer te groeien en te bloeien vanaf september tot in mei.
In het zuidwesten bevindt zich als meest karakteristieke flora de “Fijnbos”.
Het meest spectaculair hierin zijn de Protea’s en verwante geslachten zoals Leucodendrons en Leucospermums.
Daarnaast moet zeker de grote verscheidenheid aan Erica’s vermeld worden, met meer dan 300 soorten en met dikwijls opvallend grotere bloemen dan we op het noordelijk halfrond gewend zijn.
Ook de grote verscheidenheid aan bolgewassen maakt dit tot een interessant gebied voor de kuipplantenliefhebbers.
Echter het overhouden van deze gewassen als kuipplant vereist een wat specifiekere aanpak.
De bodem waarin deze planten, met een zeer fijn wortelgestel groeien is zeer arm en bestaat voor een het grootste deel uit zilverzand.
De planten gaan bij ons dan ook meestal dood door een teveel aan Fosfor en Stikstof, wellicht is zelfs ons regenwater in sommige streken al teveel verontreinigd.
Bij de Erica’s zijn een aantal soorten wat minder gevoelig. Voorbeelden hiervan zijn Erica versicolor en Erica longifolia.
Veel soorten in het “Fijnbos” – gebied kiemen pas nadat er een brand heeft gewoed. (zie ook de opmerkingen hierover bij de Australische flora op deze website).
De West Kaap
Meer naar het noorden en in het grensgebied met Namibië valt weinig regen, dit is bij uitstek het gebied van de succulenten, eenjarigen en bolgewassen.
De grondsoorten hier zijn wat zwaarder en soms rood, ijzerhoudend.
De bolgewassen moeten na het afsterven van het blad een droge rustperiode hebben.
De meeste soorten bloeien hier in het voorjaar en de vroege zomer.
In de natuur slaan ze soms een jaar over wanneer er te weinig regen valt.
Hetzelfde geldt voor de eenjarigen, direct na voldoende regen kiemen ze bloeien snel en na het zaad zetten zijn ze weer verdwenen.
Bij ons in de volle grond of in een pot zijn de condities voor die eenjarigen niet goed genoeg voor succes.
De groenblijvende succulenten moeten bij ons in een pot wel regelmatig water krijgen aangezien de wortels niet tot zeer diep in de grond vocht kunnen vinden.
De familie van de Mesembrysanthemeae bijvoorbeeld is hier met het overgrote deel van de soorten vertegenwoordigd.
De Zuidoost Kaap
In tegenstelling tot het westen valt hier de regen en daarmee het groei- en bloeiseizoen in de zomer.
Een grote verscheidenheid van planten is hier te vinden door hoogteverschil.
In de Drakensbergen kan het goed vriezen (echter wel onder droge omstandigheden), de lagere gebieden hebben een subtropisch klimaat.
In het algemeen vinden we hier redelijk vruchtbare grondsoorten.
Dat wil zeggen dat we gebruikelijke mengsels van potgrond en tuinaarde kunnen gebruiken.
Bekende kuipplanten zoals de Agapanthus en Strelizia. komen uit dit deel van Zuid-Afrika.