Brahea edulis (Erythea edulis, Guadeloupe Palm)
Ook een heel mooie Braheasoort uit Midden-Amerika. Oorspronkelijk kwam ze veel voor op het eiland Guadeloupe in de Caraïbische Zee. Daar is ze tegenwoordig helaas een bedreigde palmensoort. Dit komt omdat geiten deze palm al tientallen jaren beschouwen als een lekkernij. Vooral de zaailingen zijn daar dan ook geen lang leven beschoren.
Het is een prachtige kuipplant. Een goede drainage is ook hier noodzakelijk. Op Guadeloupe groeit ze immers op de steile rotshellingen in het noorden van het eiland. Veel water zullen haar wortels daar dus niet krijgen.
Ze vraagt veel zonlicht, vruchtbare grond en een overvloed aan water in de zomer.
Maar ‘s winters moet zij wat droger gehouden worden. De jonge plant is langzaam groeiend, verdraagt dan ook volle zon.
Ze groeit evenwel sneller dan Brahea armata en is ongeveer even koudebestendig: – 5°.
Ook dit geldt voor een grotere palm die in de volle grond staat. Een palm in een kuip is natuurlijk veel kwetsbaarder.
Omdat de wortels niet mogen uitdrogen, moet je haar ook ‘s winters een beetje water geven. Met als gevolg dat de wortelkluit in de kuip eerder kan bevriezen.
Ze onderscheidt zich van andere Brahea-soorten doordat er de afgestorven bladeren niet als een rokje om de stam blijven zitten. Zie foto van Brahea armata in de volle grond.
Aan deze palm komen ontelbare kleine, ronde, zwarte vruchten. Het vruchtvlees ervan is eetbaar (“edulis”) en meestal zoet en smakelijk. De lokale bevolking eet ze vers, maakt er jam van of gebruikt ze in vruchtentaart.
Het zaad is wat ontkiemen betreft wat minder grillig dan bij Brahea armata, maar toch kan het soms langer duren.
Ik had mijn Brahea edulis de laatste jaren overwinterd in een onverwarmd prieel.
Helaas bleek daar de lucht toch te vochtig te zijn. Hierdoor ontstond al twee jaar achter elkaar schimnmelvorming in de top van de plant.
Vorig jaar kon ik zelfs de “speer” uit de top trekken. Gelukkig kwam er in de lente van 2005 toch weer een nieuwe te voorschijn.
Maar afgelopen winter 2005-2006 was er weer een schimmelinfectie in de top van mijn Brahea edulis. Gelukkig heb ik dit deze keer kunnen bestrijden met “Rosacur spray” van Bayer.
In het voorjaar kwam er toch weer een nieuwe speer bovenin de palm.
Sindsdien heeft zij toch weer een paar nieuwe bladeren gemaakt.
Komende winter moet ik toch nog voorzichtiger zijn.
Ik zal ervoor moeten zorgen dat de lucht in het prieel een stuk droger wordt. Ik ben van plan er een ventilator met een voeler in te plaatsen.
Ook de afgelopen, strenge winter van 2010 heeft zij weer een schimmelinfectie opgelopen in mijn enigszins verwarmd prieel. Het is nog afwachten of zij hiervan volledig hersteld.