Regio Noord.
Dit keer gingen we eerst naar de Noord-Oost Polder om een bezoek te brengen aan de Iris- en Hemerocallis (daglelie) kwekerij van de familie Joosten.
We waren met 13 personen en dat is op een ledenaantal van 24 een keurig aantal vonden wij.
We begonnen met koffie, want verschillenden hadden al een rit van zo’n 100 km achter de rug en dan lust je wel een bakkie.
Al gauw begon mevrouw Joosten met haar verhaal en gingen we de show tuin in en over de kwekerij.
We hadden gelukkig goed weer, het was de hele dag vrijwel droog en dat terwijl het al enige weken zo ongeveer alle dagen had geregend!. Een mens moet zo af en toe wat geluk hebben.
Mevr. Joosten vertelde dat ze ongeveer 1300 cultivars daglelies hebben en een kleine 1500 verschillende irissen waarbij er ook bij zijn die in een moeras goed gedijen.
De meesten staan in hun show tuin te midden van vele honderden andere vaste planten. Ze hebben een van de grootste iris- en daglelie collecties van Europa!
Het bloeiseizoen voor de irissen is in augustus voorbij, maar ook de daglelie’s bloeiden nauwelijks meer. We besloten dan ook om dit bezoek nog eens over te doen als er volop bloei is.
In hun gezellig ingerichte kantine was het tijd voor de lunch.
Iris ensata (vroeger I. kaempferi) voor een natte plek bij een vijver.
Daarna zijn we doorgereden naar Ens, voor een bezoek aan exotenhandel ‘Nobilis’.
Ook deze ligt net als de eerst genoemde kwekerij op de bodem van de Zuiderzee op die vette klei. (de fa. Joosten boert overigens op zavelgrond dat veel beter te bewerken is dan de bij droogte knoerharde zeeklei)
Door de crisis en een faillissement was ‘Nobilis’ sterk ingekrompen. Er was afscheid genomen van een groot stuk verkoopruimte, maar toch konden we onder een keur van palmbomen, yucca’s en metershoge boomvarens doorlopen.
In het verleden kon men er met golf carts rondrijden zo groot was het toen, maar de eigenaar is blij dat de oppervlakte nu wat beter beheersbaar is en ook nogal verheugd dat hij die persoonlijke tragedie goed is doorgekomen.
Overal merken we toch dat de verkoop van exoten wat terugloopt. De jongelui hebben geen lol meer aan dat gesleep met potten en van een kas die ook nog verwarmd moet worden willen ze niets horen.
Maar wij van regio Noord gaan moedig voorwaarts en hebben ook nog rondgekeken tussen de vele bonsai planten en in etages geknipte Taxus baccata en Ilex crenata struiken. Men moet er van houden maar er is blijkbaar een markt voor.
Voor een Japanse tuin is het natuurlijk mooi materiaal en ze kunnen dan goed als solitair worden geplant.
Hierboven een stuk of tien kleine coniferen op een oude boomstronk. (de coniferen heten: Metasequoia glyptostroboides)
We namen afscheid van de N.O. Polder en op de navigatie ging het op weg naar ons lid Hans Prins in Steenwijkerwold om daar een rondleiding te krijgen over zijn bamboekwekerij en door zijn jungletuin.
Op de foto begon Hans aan zijn inleiding. Zittend 3e van rechts
Hans en Ankie hadden de theetafel al klaar staan en dan wordt er geacht dat onze groep aanschuift en naar Hans zijn verhaal gaat luisteren. Men moest onze leden er bijkans bij de haren bijslepen, want in de verkoophoek stonden toch wel erg mooie- en bijzondere heesters te koop.
Al luisterend naar de toelichting van Hans kwamen we door de tuin die vol staat met oneindig veel soorten bamboe. Sommigen wèl polvormend, een ander ingesloten door een wortelbegrenzer. Niet elke bamboe kan men zijn gang laten gaan vertelde Hans. Sommige soorten zijn daar meer dan 10 meter hoog met zwarte, gele en groene stengels. Altijd moet ik, als ik die dikke bamboestammen zie denken aan vishengels, maar de moderne sportvisser heeft al geen stokken meer van bamboe.
We kwamen bloeiende Crinodendron patagua, Albizia julibrissin ‘Ernest Wilson’ en overal tussen geplante agapanthussen tegen, grootbloemige specerijstruiken en hele hoge grootbloemige Hibiscus syriacus op stam. Het leek qua grootte wel op een Malus, zo groot!. Tot onze grote verbazing stond er een Victoria reginae met zijn grote bladeren in de vijver! De genoemde planten zijn allemaal uitgeplant in de royale tuin daar in het Noord-West Overijsselse landsdeel.
Hans probeert al jaren allerlei gekke zaken op plantengebied in zijn tuin aan de praat te krijgen. Vele planten redden het niet vertelde hij, maar er zijn er ook die zo goed aan de groei komen dat een doorgewinterde kenner er vol ongeloof naar staat te kijken.
In wat koudere winters gaat er best wel eens wat dood, daarbij zijn ook regelmatig vrij dure planten en dan zou menigeen af en toe wat bijsturen en toch wat minder koude gevoelige planten gaan uittesten, maar Hans geeft geen krimp en daarom is het altijd weer een verrassing wat er nu weer bij hem in de tuin staat uitgeplant. Een erg aantrekkelijke kwekerij voor de rariteitenfreaks.
Natuurlijk gingen we aan het eind van het bezoek naar de verkoophoek, een iedere keer weer terugkerende tic.
Een van de leden is later nog met een aanhanger terug geweest. Mensen die niet meer de allerjongsten zijn willen niet meer zitten te ‘mieren’ met een bewortelde stek.
Plantengekken zijn verslaafd.