Om 10 uur beginnen we met 12 deelnemers aan onze laatste excursie van dit jaar in de tuin van mevrouw Nieske de Winter in Uithuizen, dicht bij de waddenkust in Noord-Groningen (www.tuindewinter.nl). Bij aankomst vallen direct een groot aantal prachtig bloeiende kuipplanten op, waaronder diverse soorten fuchsia’s, manshoge erythrina’s en een bijzonder mooie Metrosideros.
Verder het pad oplopend komen we nog een grote Tibouchina en verschillende hedychium’s tegen, allemaal in volle bloei. En dit is nog maar het begin. Met al dat moois om ons heen valt het niet mee om iedereen aan de koffietafel te krijgen. Uiteindelijk lukt het toch en laten we ons de koffie en het door Lute meegebracht gebak heerlijk smaken. Daarna de tuin in: 5000 m2 romantische Engelse tuin met een grote vijver, strak gazon, veel bijzondere bomen en heesters, vaste plantenborders, pergola’s met rozen en clematissen en veel kuipplanten, waarvan naar schatting 100 soorten fuchsia’s en 70 andere soorten. Met uitzondering van het gazon doet mevrouw De Winter zelf het onderhoud van de tuin en zorgt ze er ook voor (met hulp van een steekkarretje) dat alle kuipplanten op tijd in de winterberging komen.
Alles bloeit en groeit geweldig, mede dankzij de mooie zavelgrond in dit deel van de provincie.
Maar die kuipplanten staan niet in de volle grond, hoe zit dat dan? Het geheim van mevrouw De Winter is goede potgrond en de juiste bemesting. In de praktijk betekent dit vreemd genoeg dat alle planten dezelfde potgrond hebben en dezelfde bemesting krijgen. Hier wordt niet moeilijk gedaan met het toepassen van bijzondere samenstellingen kunstmest voor de diverse soorten in de verschillende seizoenen. Het hele groeiseizoen door krijgen alle kuipplanten wekelijks een eetlepel Universol blauw (18-11-18+2Mg). Dat wordt niet eerst in water opgelost, maar gewoon op de aarde gestrooid. Als de groei en bloei wat achterblijft wordt er soms nog een tweede lepel bijgegooid en dat is het dan. Maar zo simpel als het klinkt kan het haast niet zijn. Een belangrijkere rol is vast en zeker weggelegd voor de ‘groene vingers’ die mevrouw De Winter ontwikkeld heeft tijdens de periode dat ze met haar man een bloemenkwekerij had. We kunnen vaststellen dat er bij de meeste van ons nog veel te ontwikkelen valt.
Onder dankzegging voor de ontvangst en rondleiding krijgt mevrouw De Winter een mand Drentse streekproducten uitgereikt. Onder de indruk van wat we gezien en gehoord hebben vertrekken we naar onze volgende bestemming.
Enigszins verlaat bereiken we begin van de middag de Hortus botanicus in Haren, een van de oudste botanische tuinen van Nederland (www.hortusharen.nl). De Hortus heeft op een oppervlakte van twintig hectare een aantal heel verschillende tuinen, zoals een wilde plantentuin (Laarmantuin), een Keltische tuin, een Chinese tuin, een rotstuin en tuinen met kleurrijke vaste plantenborders.
Wollemia nobilis, even de naam noteren anders vergeet je die weer.
Als we arriveren staat onze rondleider Rick Mensink – lid van onze vereniging – ons al op te wachten. Dus eerst snel een kop thee of koffie en dan de tuin in. De lunch moet maar even wachten. We krijgen te horen dat de Hortus vrijwel volledig draait op circa 100 vrijwilligers, waarvan er 30 onder begeleiding van Rick in de tuin werken. Het wordt steeds moeilijker om het aantal vrijwilligers op peil te houden. Gedeelten worden noodgedwongen extensiever onderhouden. De grote kassen zijn in verband met achterstallig onderhoud (gevaar voor vallende glas) sinds een paar maanden gesloten. Omdat er geen geld is voor herstel zullen die worden afgebroken. Het zal dan ook moeilijk worden om de collectie kuipplanten in stand te houden. En die was al uitgedund doordat de kassen vanwege de hoge energiekosten al een aantal jaren niet meer verwarmd werden. Alleen de kweek- en onderwijskassen blijven gehandhaafd.
Vervolgens krijgen we een rondleiding langs de plekken waar de diverse kuipplanten, waarvan sommigen al 10-tallen jaren oud, zijn uitgestald. Logischerwijs gaat het vooral om soorten die redelijk wat kou kunnen verdragen zoals oleanders, erythrina’s, Rotheca myricoïdes (syn. Clerodendrum ugandese), fuchsia’s en Lobelia tupa. Jammer te moeten constateren dat de toekomst voor de meesten niet florissant zal zijn.
Het ontbreekt aan tijd om nog door de tuinen te dwalen, dat moet dan maar een andere keer gebeuren. Snel lunchen en dan naar het volgende adres.
Het is maar een kort ritje naar de tuin van Carl en Margriet van de Rakt aan de zuidwest kant van de stad Groningen. Het zonnetje schijnt mooi en met wat te drinken erbij is het goed toeven op het terras. Her en der in de fraaie tuin en op de terrassen staan kuipplanten, het merendeel is opgekweekt uit stek of zaad dat is verzameld tijdens vakanties of uit zaad van de zadenlijst uit De Parel. Het zaaien, stekken en opkweken is vooral de hobby van Carl en geeft hem veel voldoening, veel leuker dan planten kopen. Wel jammer dat de bloei van veel planten dit jaar wat achter loopt maar er blijft genoeg te genieten over.
Een brede en hoge Asarina erubescens (syn. Lophospermum erubescens) is met horizontale
leggers, als was het een druif, aan de muur bevestigd en bloeit volop. (Op de foto hierboven achter de blauwe Salvia.) Ook 3 verschillende soorten Echiums hebben onze interesse. De bloei hebben we gemist, want die was al vroeg in het voorjaar. Zie op de foto bloeiende Echium Wildpretii in mei.
Lute had vooraf opgeroepen vooral veel ruilmateriaal mee te nemen en zo zijn er nog diverse boeken, potten en planten van eigenaar gewisseld. Een mooie manier om de collecties verder uit te breiden.
Nadat Carl en Margriet een mand met Drentse streekproducten in ontvangst hadden genomen ging op het eind van de middag iedereen voldaan op huis aan.
——————————————————–