Soortnaam: Arbutus unedo.
Nederlandse naam: Aardbeiboom.
Familie: Ericaceae (heidefamilie).
Afkomst / verspreiding: Mexico, Middellandse Zeegebied.
Bijzonderheden: tamelijk winterhard en verdraagt verwaarlozing;
kleine boom met een vaak fraai afbladderende schors;
deze schors is donker grijsbruin, vrij vezelig en geschubt, terwijl de dunnere takken wat roodachtig zijn.
Standplaats: hij houdt van zon en beschutting, kan goed tegen zomerdroogte en verafschuwt schaduw en vochtige grond.
Bloeiseizoen: in de herfst witte of rozige bloemen tegelijk met 2,5cm grote, oranje vruchten van het jaar ervoor.
Verzorging: tijdens de vorming van bloemen en vruchten is vrij veel water nodig, maar de potkluit mag vooral niet te nat worden;
bij een te droge potkluit vallen de bloemen voortijdig af en worden de vruchten lelijk;
de potgrond moet zuur zijn (Azaleagrond).
Bemesting: om de twee weken gewone mestvoeding.
Vermeerdering: door zaad dat gemakkelijk uit de vlezige vruchtjes is te halen; jong uitplanten, deze boom heeft een hekel aan wortelverstoring: of door het nemen van kopstekken in verwarmde kweekbak (±25ºC).
Overwintering: op een lichte plaats bij een temperatuur tussen 2 en 8ºC, hierbij weinig water geven;
grotere exemplaren kunnen buiten overwinteren.
Problemen: bij hogere temperaturen in de winter kan een schimmelziekte (Phytophtora) ontstaan; af en toe dopluis.